Het vergroten van de verkeersveiligheid bij de stovonde en een betere bereikbaarheid van bedrijven en woonwijken. Met de ‘grote bottleneck’ A28 heeft wethouder Herriët Brinkman een onderwerp in haar portefeuille dat de gemoederen al twintig jaar bezighoudt. “We gaan niet meer afwachten, die tijd is echt voorbij.” Daarnaast zet Brinkman zich de komende collegeperiode onder meer in voor een upgrade van het openbaar vervoer en de recreatiemogelijkheden in onze gemeente.

Wethouder Herriët Brinkman

Wethouder Brinkman is begonnen aan haar eerste periode als wethouder in de gemeente Staphorst. Hiervoor was ze twaalf jaar actief als CDA-raadslid. “Ik dacht dat ik als raadslid veel wist, maar dat is slechts het topje van de ijsberg”, vertelt ze. “De gemeenteraad bepaalt op hoofdlijnen het beleid van de gemeente. Een onderwerp behelst veel meer en gaat veel breder dan ik van tevoren had bedacht. Er gebeurt hier ook heel veel. Ik heb me positief verwonderd over het enthousiasme van de gemeentelijke organisatie om dat allemaal op te pakken.”

A28

Die inzet is ook nodig bij het (deels) verplaatsen van de toe- en afritten van de A28 in Staphorst. Een onderwerp waar al lang over gepraat wordt. “De verkeersveiligheid staat hierbij voorop”, legt de wethouder uit. “De stovonde loopt nu vaak vol met verschillende soorten weggebruikers. De veiligheid is echt in het geding. Met name van fietsers die te maken krijgen met voorbijrijdende vrachtwagens. We praten met z’n allen al twintig jaar over dit onderwerp. We willen nu niet meer lijdzaam afwachten.”

Ook bereikbaarheid speelt een grote rol bij de aanpak van de A28. “Er worden in de gemeente Staphorst nieuwe woningen gebouwd en bedrijventerreinen ontwikkeld”, legt Brinkman uit. “We willen dat deze allemaal goed bereikbaar zijn. We moeten ons hele wegennet, en niet alleen rond de A28, daarop aanpassen. Als we niks doen, loopt echt alles vol.”

Breed gedragen plan

De komende periode werkt Brinkman toe naar een breed gesteund plan om de toe- en afritten van de A28 te verbeteren. “We willen in dit traject iedereen meenemen”, benadrukt ze. “Inwoners en bedrijven moeten zich gehoord voelen. We hebben een plan dat in samenspraak bijgeschaafd kan worden, zodat het straks van heel Staphorst is. Met dit gedragen plan kunnen we naar andere overheden. Schattingen voor de uitvoeringskosten liggen tussen de 20 en 35 miljoen euro. Dat kunnen we als gemeente niet alleen ophoesten.”

Verbetering van openbaar vervoer

Om de bereikbaarheid in de gemeente Staphorst te vergroten, zet de wethouder zich verder in voor een verbetering van het openbaar vervoer. “We horen geregeld van het bedrijfsleven dat ze erg lastig stagiairs kunnen krijgen”, vertelt Brinkman. “De reden is dat onze bedrijven lastig met het openbaar vervoer te bereiken zijn. De bus rijdt bijvoorbeeld niet over het bedrijventerrein. Dan kiezen studenten toch eerder voor een bedrijf in Zwolle. Als gemeente gaan we niet over het openbaar vervoer, maar we zetten ons wel in voor een optimalisatie van de busverbinding.”

Treinstation in Staphorst

Daarnaast ziet het college graag een treinstation verrijzen in Staphorst. “De seinen voor dit idee stonden lang op rood, vanwege de grote drukte op het spoor. Maar we zien nu toch wel mogelijkheden. We verwachten dat op het traject Zwolle-Leeuwarden ruimte ontstaat voor een stop in Staphorst. Onderzoek wees daarnaast uit dat een station in Staphorst de NS veel extra treinreizigers oplevert. Wat het kosten-baten-verhaal interessant maakt.”

Recreatiemogelijkheden verbeteren

Naast verkeer en vervoer staat ook het verbeteren van de recreatiemogelijkheden in onze gemeente hoog op de prioriteitenlijst. “Door corona zijn we allemaal meer gaan wandelen, hardlopen en fietsen”, legt Brinkman uit. “De komende periode gaan we onze wandel- en fietsroutes optimaliseren en kijken of we nieuwe fietspaden kunnen aanleggen. Het provinciale routebureau neemt in de gemeente Staphorst alle routes onder de loep. Dat sluit ook goed aan bij onze inzet om het bewegen en sporten te promoten. Het is goed voor je gezondheid en de sociale contacten.”