Bij de bedrijfsbezoeken merken we steevast dat ondernemingen groeien. En vaak ook sneller dan ze zelf hebben voorzien. Soms wordt de buurman opgekocht, vaak wordt een grotere of tweede locatie gezocht.

Uit onze enquête naar de autonome groei van ons bedrijfsleven blijkt dat er nog vele hectares aan bedrijventerreinen nodig zijn. Deze behoefte bespreken we met de buurgemeenten en de provincie Overijssel. Via afstemming en toestemming komen we dan tot nieuwe locaties. Dat vergt uiteraard een aantal jaren aan voorbereiding en ontwikkeling.

Een aantal beren op de weg zijn er zeker. De nieuwe locaties aansluiten op het overvolle stroomnet wordt steeds lastiger. Willen we groeien dan moeten we ook groeien in creativiteit. Hoe kunnen we zelfvoorzienend zijn? Kan een nieuw bedrijventerrein het energieverbruik ook zelf opwekken wanneer we dat gezamenlijk aanpakken?

Een andere beer zijn de stijgende bouwkosten, de schaarse grondstoffen. De ondernemers die nu aan bouwen in de ‘taartpunt’ kunnen daar over meepraten. De eerste voorbeelden van hergebruik van bestaande hallen zijn er. Met een mooi woord, circulair bouwen. Een bestaand gebouw wordt niet meer gesloopt maar geoogst. Welke materialen, constructies kunnen gedemonteerd worden en opnieuw gebruikt? Dat vergt ook creativiteit.

De ontwikkeling en uitvoering van de ‘taartpunt’ is een goed voorbeeld van samenwerking met betrokken ondernemers. Daar wordt gezamenlijk aandacht besteed aan bijvoorbeeld de energievoorziening, de waterhuishouding en de verkeersontsluitingen. Een goede aanpak voor de volgende locaties.

Kortom, nieuwe bedrijvigheid komt door creativiteit en samenwerking van de grond. We zullen het de komende jaren op alle fronten hard nodig hebben.

Wethouder Lucas Mulder