In de afgelopen weken zijn er drie monumenten onthuld. Monumenten zijn er om ons blijvend te herinneren aan iets uit het verleden. Deze herinneren ons aan gebeurtenissen in de oorlog. Zoals het onlangs monument in Neuengamme ter nagedachtenis aan de twintig weggevoerde mannen uit Staphorst. Ook zijn er monumenten opgericht bij Kamp het Wijde Gat in Punthorst en bij Kamp Conrad in Rouveen. Deze herinneren ons aan de beladen geschiedenis van de werkkampen. Werkkampen waar werklozen naar toe werden gestuurd om wegen en sloten aan te leggen. Tijdens de oorlog werden de werklozen ontslagen.

De drie werkkampen in onze gemeente werden ingezet voor een andere doelgroep. Honderden joodse mannen werden in de kampen geplaatst om te werken. Ze moesten hard werken onder slechte omstandigheden.

In oktober vieren Joden het Loofhuttenfeest, zo ook in 1942. Aan dit feest werd een historische betekenis toegevoegd, namelijk de herinnering aan de tocht van de Israëlieten naar het Beloofde Land. Juist tijdens dat feest werden de joodse mannen weggevoerd uit onze gemeente. Vanaf Kamp Conrad liepen de mannen via de Diek naar het station in Meppel. Een tocht naar het einde. Van de honderden Joodse mannen die in onze gemeente hebben verbleven is slechts een handjevol teruggekeerd. De rest is omgekomen in de nazivernietigingskampen.

Het is goed dat er nu twee monumenten zijn die herinneren aan de aanwezigheid van Joden in onze gemeente. Ik vond het heel mooi dat bij de onthulling kinderen aanwezig waren van scholen in Punthorst en Rouveen.

Je wordt stil als je deze beladen geschiedenis uit onze gemeente op je laat inwerken. Net zoals we afgelopen week stil werden van het vreselijke geweld dat afgelopen week begon door de verschrikkelijke aanval op Israël.

Wethouder Alwin Mussche